‘Het is wat het is’, een kort zinnetje dat zo makkelijk uit je mond rolt, maar het betekent nogal wat. Ik ben nogal een bezige bij en het is nog maar net een maand geleden dat mijn vriendin tegen mij zei op de huishoudbeurs, waar we stonden voor de promotie van ons boek, dat ik ook eens een maand niets kon doen. Ze zei dit terwijl ikzelf midden in een verhaal zat over de volgende plannen en stappen die ik in de planning had om ons boek onder de aandacht te brengen. Ik keek haar verbaasd aan: een maand niets doen? Nu, bijna een maand verder, lijkt de drukte van de huishoudbeurs wel uit een ander leven te komen. Ondertussen staat de hele wereld op de parkeerstand. Vorige week appte ik mijn vriendin of dit was wat ze bedoelde. En dan zeggen we om onszelf een beetje moed in te praten: ‘Het is wat het is.’ Mijn dagelijks leven is, net zoals dat van iedereen, drastisch veranderd. In de praktijk is het heel stil geworden. En de mensen die wel komen, dienen zich aan strikte richtlijnen te houden, bijvoorbeeld anderhalve meter afstand en dat valt niet mee, want je kunt niet meer die arm om iemand heen slaan. We zitten nu veel thuis. Krampachtig houden we afstand van onze ouders, want zij vallen wel binnen een risicogroep, gezien hun leeftijd. Vrienden zoeken we niet meer op en niemand komt bij ons op bezoek. Al het contact gaat via social-media. Rondom de promotie van ons boek is het heel stil geworden. Alle reisplannen staan in de ijskast. Olaf en ik gaan veel de natuur in, daar vinden we rust en genieten we van de ontluikende lente. Daarnaast put ik kracht uit wijsheden die we tijdens onze reizen hebben opgedaan. Graag wil ik deze wijsheden en inzichten met je delen, in de hoop dat je er een sprankje hoop in deze onzekere tijd uit mag putten.
Ik neem je mee naar Tibet, het land hoog in de Himalaya, het gebied waar de nomaden leven. De Tibetanen hebben ‘het is wat het is’ tot een levensfilosofie verheven. Zelden heb ik mensen ontmoet die zo’n een berusting hebben gevonden in hun lot. Tibet zit de afgelopen 70 jaar in een extreme vorm van lock down. Tijdens de Culturele Revolutie hebben de Chinezen Tibet geannexeerd. Er gelden sindsdien strenge regels voor de Tibetanen. We reizen door het nomadengebied in de provincie Kham. De nomaden in Tibet behoren tot de armste mensen op deze wereld. Echter overal waar we aankloppen, gaat de deur wagenwijd open en worden we met open armen ontvangen. We krijgen een maaltijd en een bed. Dit is zoals het in Tibet gaat. Na het eten, voordat de stroom uitvalt, zitten we bij elkaar. We praten over het leven. Ik bemerk bij de mensen geen verbittering over hun situatie. Ze praten over beroemde lama’s, de leiders van de kloosters, die vaak een groot voorbeeld voor hen zijn.
We bezoeken tijdens onze reis een aantal festivals die toevallig op ons pad komen. Ik zie mooi uitgedoste mannen en vrouwen die trots zijn op hun nomadenbestaan. Mensen die genieten van het samenzijn, die vol devotie bidden en aan hun gebedsmolens draaien. Niemand die klaagt. En de mensen klagen niet, omdat ze zich groot willen houden naar ons toe, maar omdat klagen niet in hun aard zit.
Ook in de kloosters worden we gastvrij ontvangen. De monniken nodigen ons graag op de thee. De monniken vertellen over hun leven, soms begrijpen we er niets van, omdat ze enkel Tibetaans spreken. Ze leiden hun eenvoudige leven gewijd aan Boeddha vol overgave.
We zijn in Tibet niemand tegengekomen die ons aanklampt en vraagt voor medelijden. Hoe moeilijk ik het ook soms vond om te zien in wat voor een situatie de mensen daar moeten leven, heb ik niemand horen klagen, ik heb geen verbittering, geen haat, geen jaloezie gevoeld. Dit komt niet omdat ik op reis de ogen sluit voor de negatieve zaken en alles idealiseer. Dit komt, omdat de mensen in Tibet zo in elkaar zitten. ‘Het is wat het is’ hebben zij tot een kunst verheven, het is voor hen een absolute overlevingsstrategie.
De laatste tijd moet ik vaak terugdenken aan onze tijd in Tibet. De afgelopen weken hebben wij een aantal van onze vrijheden ingeleverd voor onze gezondheid, vrijheden die de mensen in Tibet niet eens kennen. Ik moet vaak denken aan de positiviteit en het doorzettingsvermogen van de nomaden in Tibet. ‘Het is wat het is’, krijgt voor mij betekenis en op momenten kan ik die berusting ook voelen. Dit is een manier van leven, die ik van de Tibetanen heb geleerd, maar nog lang niet altijd goed beheers, ik ben lerende.