Mensen vragen waar onze volgende reis naar toe gaat. Ik geef aan dat dit ligt aan welk politiek standpunt ze innemen. Ik kan zeggen dat we naar de provincie Kham in Oost-Tibet reizen, maar de Chinese overheid noemt het gebied Qinghai in West-China. De naam waar alle partijen het over eens zijn, is Autonome Prefectuur Yushu, een gebied waar 97% van de bevolking Tibetaans is.
Yushu, een onbekend land, nog niet ontdekt door de grote massa. En wij gaan er naar toe. Ik weet nog niet zo goed wat ons te wachten staat. Hoe zal het er zijn? Ik bekijk de weinige foto’s die op internet te vinden zijn en ik probeer me zo een beeld te vormen. Een reisgids over dit gebied is er niet. Na een uitgebreide zoektocht vonden we een Tibetaanse gids die ons dit mysterieuze land wil laten zien. Hij heeft een reisplan voor ons opgesteld en wij hebben ons overgegeven aan zijn adviezen. Hij kan het weten, want hij woont in het gebied. Hij heeft ons uitgenodigd om bij Tibetaanse families te overnachten. Hotels zijn er immers vaak niet. Nederig hebben we deze uitnodiging in ontvangst genomen, wat een gastvrijheid om zomaar vreemde mensen uit een onbekend land in huis te nemen. We hopen dat we zo een inkijkje mogen krijgen in het leven van de Khampa’s, want zo heten de inwoners van de provincie Kham. Khampa’s zijn van oorsprong een trots en sterk nomadenvolk, ze leven met hun yaks op de uitgestrekte vlaktes van de Himalaya. Yaks zijn die kleine, maar sterke runderen met een dikke vacht. Van de melk van de yaks wordt onder andere boter gemaakt, voor de overheerlijke Tibetaanse boterthee, die we tijdens onze vorige reis door Tibet angstvallig hebben weten te vermijden, want het goedje blijkt voor Westerse fijnproevers niet bepaald tongstrelend te zijn. Hoewel de meeste Khampa’s het liefst over de vlaktes zouden zwerven, hebben velen hun nomadenleven noodgedwongen vaarwel moeten zeggen. Ze hebben nu meestal een vaste woning, iets wat de Chinese overheid graag ziet. Wel zijn de meeste Khampa’s nog altijd yakherders. Toen we in Lhasa waren, zagen we Khampa’s over straat lopen. Je herkent de khampa’s vaak aan de rode linten die ze in hun lange haar hebben gevlochten, ze lopen met dikke leren jassen, waar ze meestal één arm uit de mouw hebben. Ze zien er stoer en ruig uit. Ze worden dan ook niet voor niets de strijders van Tibet genoemd. Vroeger beschermden de Khampa’s de Tibetaanse grenzen tegen invallen van buitenaf. Het Chinese leger tijdens de Culturele Revoluatie van Mao Zedong hebben ze echter niet buiten de landsgrenzen kunnen houden. China nam zonder pardon bezit van Tibet. Dit met alle gevolgen van dien voor het Tibetaanse volk, gevolgen die nog altijd merkbaar en voelbaar zijn.
Op de uitgestrekte vlaktes van de Himalaya liggen ook vele kloosters. Het Boeddhisme is in Tibet heel erg belangrijk. Hoewel vroeger vele jongens en meisjes het klooster ingingen, is daar inmiddels paal en perk aan gesteld door de Chinese overheid. Echter het geloof zit bij de meeste Tibetanen zo diep dat ze zich niet laten weerhouden. Ondanks alle maatregelen van China blijven ze trouw aan hun leider, de Dalai Lama, die in 1959 noodgedwongen het land is uitgevlucht en momenteel in India in ballingschap leeft. In Lhasa zagen we vele pelgrims met gebedsmolens in de vele heilige kloosters. In Yushu gaan we ook een aantal kloosters bezoeken. Eén van de kloosters is een nonnenklooster dat zo afgelegen ligt dat de nonnen uitkijken naar elke bezoeker die hun klooster aandoet. Hoeveel Westerlingen zouden ze tot nu toe hebben ontmoet?
Yushu ligt op ca. 3500 meter hoogte, letterlijk adembenemend. Dit betekent dat er risico is op hoogteziekte. Toen we in Lhasa waren, deze stad ligt ook op 3500 meter hoogte, heb ik last gehad van hoofdpijn door de hoogte. Olaf is toen een paar keer ’s nachts wakker geworden, omdat hij het idee had dat hij geen lucht meer kreeg, een heel akelig gevoel. We konden dus duidelijk voelen dat er minder zuurstof in de lucht zat. Ik ben benieuwd hoe we de hoogte tijdens deze reis zullen gaan ervaren. Je kunt namelijk nooit voorspellen of je last van de hoogte krijgt en je kunt ook weinig tot geen voorbereidingen treffen om hoogteziekte te voorkomen. Onze gids gaf aan dat er een zuurstoftank mee op onze trip gaat, een geruststellende gedachte.
Het duurt nog een even voordat we richting Yushu afreizen, maar het begint wel heel erg te kriebelen. Wat zullen we gaan aantreffen in dit onbekende land? Hoe zal het er zijn? We zullen moeten afwachten en het op ons af laten komen. In de tussentijd droom ik van uitgestrekte vlaktes met grazende yaks, van grote Tibetaanse kloosters en van yakboterthee. Het stereotype beeld dat we van Tibet hebben, maar voor nu heb ik niets anders dan stereotype beelden en voorstellingen.