De ‘Big Five’ van de Hoge Veluwe

Deel dit artikel:

De meeste mensen gaan om de ‘Big Five’ te spotten naar Afrika. Maar in ons eigen land valt ook heel wat wild te spotten. Een interessante plek om de wilde dieren te zien, is nationaal park de Hoge Veluwe.

Jaren geleden bezochten we in de herfst de Hoge Veluwe. Ik kan me herinneren dat we toen de hele dag hebben gewandeld, maar geen wild hadden gespot, maar ik kon me ook nog herinneren dat ik de natuur prachtig vond. We besluiten om terug te gaan naar het park. Vanuit Hoenderloo, waar we ons hotel hadden geboekt, rijden we met de auto het park in. Via een geasfalteerde weg bereiken we het bezoekerscentrum. Ik heb bij de kassa een kaart gekocht en we overleggen tijdens een staande lunch bij de auto wat we zullen gaan doen. In het park staan overal witte fietsen die je altijd mag gebruiken. We besluiten vanuit het bezoekerscentrum een fietstocht van 10 kilometer te maken. Het is al een tijd geleden dat ik op een fiets heb gezeten, dus het is even wennen, maar al snel heb ik de slag weer te pakken. We komen langs prachtige vlaktes vol heide. Door het warme en droge zomerweer is een deel van de heide verdord en heeft een diep oranje kleur gekregen, die sterk afsteekt tegen de paarse kleur van de rest van de heide. Tussen dit kleurenpalet van heide staan oude bomen in grillige vormen die het landschap nog indrukwekkender maken. We stoppen een aantal keer om van deze natuurlijke schilderijen te genieten. Tijdens de fietstocht komen we langs het jachthuis Hubertus. Het jachthuis is het voormalig buitenverblijf van de familie Kröller-Müller. Nationaal Park de Hoge Veluwe was het jachtgebied van deze rijke familie. Helene Kröller-Müller was een echte kunstliefhebber en verzamelaar, ze bezat o.a. werken van Van Gogh, Picasso en Mondriaan. Net voor haar dood verwezenlijkte ze haar grootste wens, het openen van een museum, waar ze haar verzamelde kunst aan het volk kon aanbieden. In het park kun je haar museum, het Kröller-Müller museum bezoeken. Vandaag hebben we besloten om onze aandacht op de prachtige natuur te richten. We hebben het jachthuis en het museum dan ook voor een volgende keer bewaard. Na even te zijn gestopt bij het jachthuis vervolgen we onze tocht. We zijn overigens niet de enige die voor deze fietsroute hebben gekozen, we fietsen dan ook zelden alleen.

Het volgende rondje besluiten we met de auto te maken. Er loopt een weg door het park die de Wildbaanweg heet. Dat klinkt veelbelovend. Heel rustig rijden we deze weg af. De vlaktes afspeurend naar alles wat beweegt. Ik waan me voor even in Afrika. Ik zeg tegen Olaf dat dit wel een mooi voorproefje is voor onze reis naar Botswana. In de verte zien we wat auto’s stilstaan. Mijn hart gaat een beetje harder kloppen, in Afrika betekenen stilstaande auto’s immers dat er iets te zien is, zou dit ook voor de Hoge Veluwe gelden. Langzaam komen we dichterbij en ik probeer te achterhalen wat de mensen hebben gezien. Jawel hoor, stilstaande auto’s betekent hier ook wild, net als in Afrika. Niet ver van de weg staan een aantal wilde zwijnen met hun jongen. De dieren voeden zich met lekkers dat ze op de grond vinden. Echter aan hun postuur te zien, hebben ze de afgelopen tijd niet zo heel veel lekkers gevonden, de volwassen dieren zijn zo mager dat ik hun ribben kan zien. Een paar weken geleden zag ik ook op het nieuws dat de wilde zwijnen op de Veluwe het heel zwaar hadden. Deskundigen dachten dat de meeste biggetjes het niet zouden overleven. Ik moet aan deze berichtgeving denken, terwijl ik naar de dartelende kleine zwijntjes kijk, vraag ik mij of  zij het zullen overleven? Ondanks dat de zwijnen het zo zwaar hebben, gaat de jacht dit jaar gewoon door, aldus de verslaggever in het nieuws. De Hoge Veluwe is nog steeds een jachtgebied. Hoewel ik weinig op heb met jagen, vind ik het extra pijnlijk, omdat deze dieren zo verzwakt zijn, dat ze geen schijn van kans maken. We blijven een hele tijd staan kijken naar de zwijnen die op ongeveer tien meter afstand onverstoord in de grond blijven woelen. Schijnbaar zijn ze aan mensen gewend. Sommige mensen benaderen de dieren heel stil en rustig, proberen ze niet te storen in hun bezigheden. Andere mensen hebben nog net niet de fanfare uitgenodigd om te komen kijken en komen met een luid volume, druk pratend aangelopen, tijdens het kijken, gaat het gesprek dan onverminderd door.

Nadat we een tijd hebben gekeken, besluiten we verder te rijden. Niet veel later zien we weer een aantal auto’s stilstaan. Zodra we dichterbij komen, zien we dat deze keer de auto’s niet stilstaan, omdat er wild te zien is. Er staat een ijscokar met Italiaans schepijs. Een gegeven dat in Afrika overigens onbekend is. Misschien is het een gat in de markt op de savanne. Een ijsje lusten we altijd wel en we parkeren onze auto naast de auto’s van de andere ijseters. Er staat best een lange rij voor de kar, maar na een tiental minuten zitten we dan toch heerlijk genietend aan een hoorntje te likken.

Bij sommige stukken langs de weg staan bordjes dat het gebied niet betreden mag worden in verband met de rust van het grofwild. Ik vind het woord grofwild overigens wel een vreemde naam. Echter zien we op andere stukken mensen door het natuurgebied wandelen. We besluiten ook om de auto aan de kant te zetten en te verruilen voor de benenwagen. Bewapend met onze verrekijkers lopen we het pad in. Het duurt niet lang of we zien onder een boom in de verte vier reeën staan. We hebben echter de wind niet mee en nadat de reeën met gespitste oren onze kant op hebben staan snuffelen, kiezen ze het hazenpad. Met de verrekijker proberen we ze te volgen, maar na wat struikjes en bomen zijn ze al snel uit het zicht verdwenen.

De wandeling over de heide is prachtig. Ik geniet van de stilte en de rust, want buiten het kraken van het dorre gras onder mijn voeten is er niets te horen. Van tijd tot tijd blijven we even staan om met de verrekijker de omgeving af te turen op zoek naar geweien, hoefjes, oortjes, alles wat beweegt, maar we zien niets. Niets op een enkele fietser na die ik via de verrekijker in mijn vizier krijg.

Terug bij de auto besluiten we naar de ‘place to be’ om wild te spotten, te gaan. Zo op het eerste oog zie ik helemaal niets. In de verte zie ik wat zwarte hoopjes, die door de verrekijker moeflons, een schapensoort blijken te zijn. Tussen de moeflons ontdekt Olaf nog een aantal reeën. Op de weg terug naar het bezoekerscentrum blijkt dat de wilde zwijnen nog altijd op dezelfde plek zitten. We stoppen weer even om naar de dieren te kijken, maar dan besluiten ze dat het mooi is geweest en op een rijtje verdwijnen ze langzaam tussen het struikgewas.

Als we weer bij het bezoekerscentrum aankomen, begint het langzaam te schemeren. De ideale tijd om wild te spotten. Er zijn in het park een aantal beschutte spotplekken aangelegd. Met de fiets rijden we naar een plek waar we eerder al voorbij zijn gekomen. Bij deze plek is niets te zien. We krijgen van een vrouw de tip om op een andere plek te gaan spotten. Het is even zoeken, maar uiteindelijk hebben we de plek gevonden. Onderweg komen we nog langs de kant van het fietspad een ree met haar jong tegen en we komen opnieuw wilde zwijnen met kleintjes tegen. Bij de spotplek zien we edelherten. Het zijn allemaal vrouwtjes en zij beschikken niet over het prachtige gewei waar hun mannelijke soortgenoten mee versierd zijn. Desondanks is het erg indrukwekkend om de dieren daar onverstoord te zien drinken, zich niet bewust van alle toeschouwers die hun bekijken. Verder staan er reeën en wilde zwijnen.

We vinden dat we erg verwend zijn tijdens ons bezoek aan het park. Maar we krijgen nog een toetje. Op weg naar de uitgang zien we plots allemaal mensen aan de kant staan. Dit betekent dat er iets interessants te zien is. We parkeren snel onze auto en voorzichtig lopen we in de richting waar de meeste mensen staan te kijken. We zien al snel waarom er zoveel mensen staan, er staan wel zestien edelherten, deze keer allemaal mannetjes. De één heeft nog een imposanter gewei dan de ander.

Ik ben aangenaam verrast door wat we gezien in het nationaal park de Hoge Veluwe. Er zijn heel wat boeiend wild te spotten in een spectaculair landschap. Ik besef me na dit bezoek weer eens dat we in een erg mooi land wonen en dat het erg loont om van tot tijd reiziger in eigen land te zijn.

 

Deel dit artikel: