Lang, lang, lang geleden, voor de tijd van de Lonely Planet, Booking.com en Skyscanner.nl. Het was de tijd dat mensen nog niet op reis gingen om weer een land op een bucketlist af te vinken. Het was een tijd dat prijsvechters in de lucht nog geen stuntprijzen aanboden om zo goedkoop mogelijk binnen notime in een hippe stad in een trendy tent te zitten. Het was in een tijd dat mensen nog te voet of met een ezel op pad gingen. Het was de tijd dat mensen op reis gingen om familie te bezoeken of om zaken te doen in een andere stad. Dit is de tijd waar dit verhaal speelt.
Het verhaal gaat over een jong stel, een timmerman en zijn jonge vrouw. Ze leefden in het kleine stadje Nazareth. De jonge vrouw, Maria, was zwanger van hun eerste kindje. Jozef, de aanstaande vader, werkte hard in zijn kleine timmerzaakje. Het was in een tijd dat Israël bezet werd door de Romeinen. Helaas kennen we dit ook nog in onze tijd. In dat opzicht is niet zoveel veranderd. Helaas worden nog steeds bevolkingsgroepen onderdrukt en worden nog steeds landen bezet door machthebbers die vinden dat ze daar alle recht toe hebben. De Romeinen hadden besloten om een volkstelling te houden. Jozef en Maria moesten voor die volkstelling naar Bethlehem. Helaas konden ze geen appje of mailtje sturen, zelfs een brief behoorde niet tot de mogelijkheden. Jozef en Maria hadden geen andere keuze dan zich met hun ezeltje op weg naar Bethlehem te begeven. Van Nazareth naar Bethlehem is zo’n 150 kilometer. In deze tijd een klein sprongetje, maar in die tijd was dit een verre reis, zeker voor de hoogzwangere Maria.
Na een lange tocht kwam het stel in de avond doodmoe in Bethlehem aan. Ze gingen op zoek naar een kamer. Het was toentertijd nog niet mogelijk om vooraf via internet te boeken. Het was druk in Bethlehem vanwege de volkstelling, veel reizigers waren in de stad en alle kamers waren helaas al bezet. Er zat voor Jozef en Maria niets anders op dan op zoek te gaan naar een andere slaapplek. In de velden vonden ze een oude verlaten stal, alleen een os was de eenzame bewoner van deze stal. Ze besloten om hier de nacht door te brengen. Die nacht werd het kindje geboren. Ook nu gold weer dat Jozef de verloskundige niet kon bellen en er was van te voren ook geen geboorteplan gemaakt. Dit baby’tje werd geboren met de os en de ezel als enige getuigen. Er was iet bijzonders aan dit kindje. Voordat Maria zwanger werd, verscheen een engel aan haar, hij vertelde haar dat ze een zoontje zou krijgen, Hij zou de zoon van God zijn. Niet lang daarna bleek Maria in verwachting te zijn. En die avond, in die donkere nacht, in de verlaten stal werd het kindje geboren. Maria en Jozef noemden hem Jezus en legden hem in een kribbe, een voerbak voor de dieren. Er kwam geen bericht op Facebook, maar een grote ster verscheen boven de stal. Engelen zongen ‘Gloria in Excelsis Deo. De herders die met hun schaapjes in de velden waren, zagen de grote ster en hoorden het gezang van de engelen. En ondanks dat er nog geen smartphone en geen social media was, wisten ze dat er iets bijzonders was gebeurd. De herders trokken nieuwsgierig naar de stal en vonden daar het kindje Jezus. Vol ontzag knielden ze neer.
Drie koningen uit het oosten zagen een ster aan de hemel, daar hadden ze geen world wide web voor nodig, ze wisten dat ze deze ster moesten volgen en zonder tom-tom, maar geleid door de helderste ster die ze ooit hadden gezien gingen ze op weg. Ze wisten dat er een koning was geboren. Ze konden niet met lege handen op kraamvisite gaan. Ze namen wierrook, goud en mirre mee. De ster bleef hangen boven de kleine stal in Bethlehem, geen paleis, geen kasteel, geen glitter en glamour, maar een eenvoudige stal waar ze het nieuwgeboren kindje in een kribbe aantroffen. De koningen wisten, ondanks dat de pracht en praal ontbrak, dat Jezus een heel bijzonder kindje was. Net als de herders knielden ze neer en maakten ze een diepe buiging.
En hoe het verhaal daarna verder gaat….. wie zal het vertellen. Hier stopt het Kerstverhaal. Het Nieuwe Testament maakt dan wat sprongen in de tijd. En de meeste verhalen gaan over het volwassen leven van Jezus. Het Kerstverhaal blijft echter een heel bijzonder verhaal. Ik vind het altijd mooi om het Kerstverhaal te horen, maar het is alsof ik het verhaal als volwassene steeds minder vaak hoor. Ik herinner me nog dat we als kind het Kerstverhaal naspeelden op school. Ik weet nog dat ik toen één van de engelen mocht spelen. En ik herinner me het kerststalletje onder de boom. Mijn moeder bouwde altijd een grote kerststal. Ze ging dan met hamer en spijkers in de weer. Voor mij was het altijd feest als mijn moeder de kerststal ging opbouwen. Ik mocht dan altijd alle heiligen en schaapjes die het jaar van te voren in oud krantenpapier waren gewikkeld, uitpakken. Ik maakte er een spelletje van om te raden welke heilige in het papiertje verstopt zat. Het leek wel alsof het Kerstavond was en ik de cadeautjes al mocht uitpakken. Zodra alle heiligen waren uitgepakt en alle oude kranten weer gladgestreken op een stapeltje lagen, ging ik spelen met de herders en de schaapjes. Mijn moeder was ondertussen met grotpapier en punaises in de weer. Ze drapeerde de lampjes tussen het grotpapier. Daarna mocht ik met grind een pad maken en met mos maakten we de velden waar de herdertjes bij nachte lagen. Van zilverpapier maakten we een vijver voor de eendjes en van kleine houten takjes een kampvuurtje voor de herders. Aan alles werd gedacht. Tenslotte mocht ik alle heiligen en schaapjes aan de kerststal zetten. De bonte gekleurde lampjes maakten het geheel helemaal af. Zorgvuldig kozen we welke kleur het lampje in het stalletje had. Het kindje Jezus werd nog niet in het kribbetje gelegd, want Hij was immers nog niet geboren, dat mocht pas met Kerstmis. Het kindje werd zolang in de kast gelegd. Als het dan eindelijk Kerstavond was en we waren in de kerk geweest, werd het kindje Jezus in het kribbetje gelegd. Dan was het echt Kerstmis. Ik herinner me dat het één jaar bijna mis is gegaan. Niemand wist meer waar we het kindje Jezus hadden gelegd. Het werd een lange zoektocht naar het kindje alvorens de cadeautjes uitgepakt konden worden.
Als kind sprak het Kerstverhaal erg tot de verbeelding, een kindje dat in een stal werd geboren en dat engelen zongen, welk kind luistert nu niet graag naar dit verhaal. Als volwassene moeten we ons vaak wat meer moeite doen. Vaak is er veel hectiek net voor Kerst. En in alle drukte wordt tussendoor de boom en het stalletje opgezet. Vaak neem ik me dan niet de tijd om stil te staan bij het Kerstverhaal. Het verhaal lijkt alleen nog maar een mooi ‘sprookje’ voor kinderen te zijn, maar als we het Kerstverhaal als kindersprookje gaan zien, dan doen we het verhaal echt te kort. Echter als we het Kerstverhaal op waarheid zouden gaan toetsen, dan zouden we het verhaal ook te kort doen. Dit zou enkel ten koste gaan van de kracht en de schoonheid van het verhaal. Volgens mij maakt het ook niet uit of je Christen bent, een andere religie aanhangt of niet in God gelooft om het verhaal binnen te laten komen. Voor mij gaat het verhaal over respect, vrede, nederigheid en de kracht van eenvoud. Jozef en Maria waren geen rijke mensen. Ze bezaten niet veel grond, ze woonden niet in een groot paleis, ze waren eenvoudige mensen. Ze behoorden zelfs tot een bevolkingsgroep die onderdrukt werd door de bezetter en werden als tweederangsburgers in hun eigen land gezien. En net deze mensen werden uitgekozen om de ouders van Jezus te mogen zijn. Jozef en Maria moesten voor een volkstelling naar Bethlehem, maar waren in de stad nergens welkom, alles zat al vol. Ze vonden een oude stal en daar werd Jezus geboren in het bijzijn van een os en een ezel, allebei lastdieren die vaak niet eens als levende wezens worden gezien, maar net zij mochten getuige zijn van de geboorte van Jezus. De eerste bezoekers waren de herders, arme mensen zonder status, waar vaak op werd neergekeken. Daarna kwamen de drie koningen, ze waren rijk, maar ze bogen diep voor deze net geboren jongen, die verder niets bezat. Voor mij betekent dit dat ieder levend wezen, mens of dier, ongeacht rang of stand gelijk is. Iedereen verdient respect. Laat ons tijdens Kerstmis stilstaan bij de boodschap die het Kerstverhaal ons meegeeft. Laat ons stilstaan bij hoe we met de wereld en al haar bewoners omgaan. Laat ons vrede en respect meenemen in het nieuwe jaar.